Baobabzaden met hun vruchtvlees

De Baobabboom is een indrukwekkende boom als je er dichtbij staat.

Het zijn langzame groeiers en ze kunnen enorm groot worden, alleen de eerst paar jaar groeien ze snel.

De boom heeft geen ringen maar een vezelige bast die watervasthoudend is.

Vandaar dat de boom gemakkelijk kan overleven in droge gebieden.

Ook de lokale bevolking tapt er in nood wel eens water van.

Twee maanden voor de komst van de regen begint de boom bladeren te krijgen. Dit is tevens het teken voor de boeren om hun zaden in de grond te stoppen.

Na de bloeitijd ontwikkelt de boom zijn vruchten.

Dit zijn eivormige (hand) grote vruchten die aan wel 30 cm lange stengels hangen.

De bast is bedekt met haren en keihard.

Binnenin bevinden zich de zaden. En dit zijn er tientallen, als het er geen honderd zijn.

De zaden zijn donker en klein, en hebben de vorm van een cashew. Ze zijn omgeven door een lobbig vruchtnat.

Als de vrucht geopend wordt en het vruchtnat droogt op dan krijg je de karakteristieke blokjes.

Deze blokjes worden op de lokale markten verkocht en door de bevolking als snoepjes gegeten.

Alleen bij feestelijkheden wordt het vruchtvlees van de zaden gebruikt voor een heerlijk drankje, de baobapjus.

Sap gemaakt van het Baobab vruchtvlees, smaakt wat naar peer.

Het is ook heerlijk gemixt met sinaasappelsap en geprakte banaan.